Archieffoto: Ecomare
Archieffoto: Ecomare

Bruinvissen vaker prooi voor zeehonden

Laatste nieuwsberichten
Bruinvissen werden in 2016 vaker aangevallen door grijze zeehonden dan eerder het geval was. Dat concludeert onderzoeker Mardik Leopold van Wageningen Marine Research. Leopold onderzoekt sinds 2008 de doodsoorzaak van gestrande bruinvissen. Tussen 2008 en 2013 hadden 20 procent van de bruinvissen verwondingen van grijze zeehonden, in 2016 was dat 31 procent. Er werden 55 bruinvissen onderzocht.

De bruinvissen werden forensisch onderzocht op bijtsporen, klauwen en DNA. “Je zou kunnen denken dat de verwondingen zijn ontstaan nadat de bruinvissen stierven, maar dat blijkt niet het geval. Pathologen vonden bloeduitstortingen onder de wonden van de bruinvissen. Als er geen leven in zo’n beest zit, stroomt er ook geen bloed. De dieren moeten dus levend zijn gepakt door een zeehond,” zegt Leopold.

De onderzoeker zegt dat alles in de richting van predatie wijst. Sophie Brasseur, zeehondenonderzoeker bij Wageningen Marine Research, vermoedt dat er iets anders aan de hand is: “Ik acht het onwaarschijnlijk dat zeehonden achter gezonde bruinvissen aangaan en zich daarmee voeden. Er zijn gemakkelijkere prooien, zo’n bruinvis moet vertraagd zijn om gemakkelijk gepakt te kunnen worden.”

Mogelijk zijn de bruinvissen die aangevallen worden obees, zegt Leopold, waardoor ze minder snel zijn en een gemakkelijkere prooi worden. Van vogels is dat een bekend gegeven: zware, langzame vogels zijn een eenvoudige prooi voor roofvogels.

“Het zou dan kunnen dat ze op termijn slanker worden. Je ziet dat ook bij vogels in gebieden met veel roofvogels gebeuren. Ze verliezen gewicht om snel genoeg te kunnen vliegen. Maar voor bruinvissen is dat gevaarlijk, als ze drie dagen niet eten gaan ze dood,” legt Leopold uit.

Uit het onderzoek blijkt verder dat bruinvissen regelmatig door bijvangst aan hun einde komen. Ze blijven uit de buurt van korren, omdat die geluid maken en beweging veroorzaken, maar belanden regelmatig in de netten van staand want-vissers.

Een staand want is rechtopstaand net dat tot op de bodem reikt en dat verankerd is. De bruinvissen, die op de bodem van de zee naar tong en schar zoeken, belanden regelmatig in deze netten. In de door Leopold in 2016 onderzochte groep kwam 20 procent van de dieren op deze manier aan hun einde.

“Staand wantvisserij is populairder sinds de brandstofprijzen zijn gestegen. Het is een goedkope manier van vissen. Hoeveel netten er in de Noordzee staan is niet bekend, er is weinig controle op deze manier van vissen en er wordt niet overal geregistreerd. Naast professionele staand wantvissers is het ook als hobby in populariteit toegenomen. Het is een legale vorm van visserij, maar niet een erg gereguleerde.”

Op Texel bestaat een vergunningensysteem voor staand wantvisserij en in de kuststrook zijn weinig netten te vinden. Hoe dat verderop op de Noordzee is, is niet duidelijk. Gemeenten bepalen zelf of ze deze vorm van visserij al dan niet registreren. “Het is mogelijk dat er rondom Texel veel meer netten zijn, bijvoorbeeld van vissers uit Den Helder. Dat weten we niet.”