De Renate Leonhardt voor de torperdering bij Texel op 16 juli 1917 gestrand bij Bergen.
De Renate Leonhardt voor de torperdering bij Texel op 16 juli 1917 gestrand bij Bergen.

Duits koopvaardijschip nabij Texel getorpedeerd

Laatste butegaas
Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog
voeren de koopvaardijschepen meestal in
konvooien ter bescherming tegen de vijand.

Gedurende WO I was Nederland neutraal en
zodoende kon de Duitse handelsvloot ge-
bruik maken van onze havens.

Dit tot ergernis van Engeland, dat de Duit-
se schepen binnen onze grenzen aanviel.
In juli 1917 lag een konvooi van 40 Duitse
schepen in Rotterdam klaar om uit te varen.

Na een Engels mijnenveld voor de kust on-
schadelijk te hebben gemaakt voer men uit,
maar stuitte op 20 torpedobootjagers.

Voor de kust van Bergen werden twee sche-
pen in de grond geboord en zetten de Duit-
sers twee andere zelf aan grond.
Eén van de twee, het s.s. Renate Leonhardt,
kwam zelf los en ging ter reparatie naar Am-
sterdam, waarna men richting Texel voer.

Op de Noorderhaaks strandde het schip we-
derom, maar werd vlot getrokken door de
sleepboten ‘Assistent’ en ‘Cycloop’.

Doordat het konvooi geheel uit elkaar was
geslagen, was het schip uiterst kwetsbaar.
De Renate Leonhardt, geladen met gietco-
kes, vervolgde de reis richting Denemarken.

Ten zuiden van Texel werd het schip opge-
merkt door een patrouillerende Engelse on-
derzeeboot en terstond getorpedeerd.

Het koopvaardijschip had geen schijn van
kans tegen de Engelse sluipschutter en
zonk onmiddellijk.
De bemanning werd na de ramp aan boord
genomen van de Nederlandse torpedoboot
Z8, die in de buurt patrouilleerde.

Eén der opvarenden werd vermist, terwijl
een vrouw in bewusteloze toestand naar het
hospitaal werd vervoerd en later overleed.

Het incident bij Bergen en Texel veroor-
zaakte grote consternatie in Nederland.