De Duitse kustvaarder 'Friesenland' in betere tijden.
De Duitse kustvaarder 'Friesenland' in betere tijden.

Duitse coaster vergaat in vliegende storm

Laatste butegaas
Na een prachtige oktobermaand brak begin
november 1965 de eerste najaarsstorm los.

De Duitse kustvaarder “Friesenland”, een
vrij klein schip van 279 ton, was van Oost-
ende op weg naar de thuishaven Hamburg.

Het schip werd overvallen door de zware
storm en probeerde de haven van Den
Helder te bereiken om te schuilen.
In Oostende was een nieuwe kapitein aan
boord gekomen, de 26-jarige Rolf Meiners.

De stuurman volgde de koers die de kapi-
tein had uitgezet, maar voor Den Helder
werd bereikt, begon het schip te trillen.

De “Friesenland” was op de gevreesde
Haaksgronden vastgelopen en kwam bin-
nen enkele uren in zware problemen.
Stortzeeën beukten het zwaar slagzij ma-
kende schip en de ruimen stroomden vol.

Al snel bereikte de reddingboot “Prins
Hendrik” het ongeluksschip, maar kon niet
dichterbij komen dan 80 m. van het schip.

Dat kwam, omdat de “Friesenland” te hoog
op de Haaks lag. Het was een bittere erva-
ring voor de mannen van de reddingboot.
Bij het krieken van de dag kwam een mari-
nehelicopter assistentie bieden, maar op de
coaster werd geen teken van leven gezien.

De dramatische ontknoping van de ramp
bleek enkele uren later: De bemanning van
6 koppen had het schip al eerder verlaten.

Al vroeg in de nacht hadden de mannen de
reddingboot in paniek gestreken.
Twee opvarenden konden de sloep nog
bereiken, die echter al snel in stukken brak.

Zij werden 4 uur later opgepikt uit zee door
de marinesleepboot “IJssel”. Drie van hun
collega’s werden levenloos uit zee gehaald.

Het laatste bemanningslid werd meer dood
dan levend door de Texelse veerboot
“Marsdiep” uit zee opgepikt.